Let op! Voordat u de VELUX producten gaat uitpakken, controleer of u de juiste producten ontvangen heeft.
1. Werkgat maken
Teken eerst de plek af waar het VELUX dakvenster moet komen. Teken een werkmansgat af van 50 cm bij 50 cm en
zaag
dit uit.
2. Dakpannen verwijderen
Nadat u het gat heeft gemaakt, kunt u de dakpannen naar binnen halen. Let erop dat u voldoende pannen weghaalt
om
het definitieve gat te kunnen maken.
3. Definitieve gat zagen
Met behulp van vier lange spijkers (van buitenaf) bepaalt u de positie van het gat. Vier lijnen tussen deze
spijkers
markeren het definitieve gat. Zaag nu het definitieve gat uit.
4. Draaiende gedeelte verwijderen
Nadat u het VELUX dakraam heeft uitgepakt, dient het draaiende gedeelte uit het kozijn te worden verwijderd. Dit
doet
u door, bijvoorbeeld met een schroevendraaier, de borgpen in te drukken.
5. Hulplatten plaatsen
Voor u het kozijn van het VELUX dakvenster op het dak kunt plaatsen, dient u eerst twee hulplatten te monteren.
De onderste hulplat wordt op 8 centimeter gemonteerd, gerekend vanaf de bovenzijde van de dakpannen tot aan de
bovenkant van de hulplat. Neem voor de plaatsing van de bovenste hulplat, de buitenwerkse hoogtemaat van het
VELUX dakvensterkozijn en tel daar 45 mm bij op.
6. Aanbrengen isolatieframe BDX
Voor een goede isolatie is het van belang dat U de ruimte rondom het kozijn van het VELUX dakraam voorziet van
isolatiemateriaal. Het BDX isolatieframe is een pasklare oplossing voor deze isolering tussen het
dakvensterkozijn en de dakconstructie. (isolatieframe BDX wordt geleverd inclusief de waterkerende manchet BFX).
7. VELUX dakvensterkozijn plaatsen volgens de installatie-instructie
Schuif de bevestigingsbeugels in de voorbereide montagegroef van het kozijn en schroef deze vast. Vervolgens
plaatst u het kozijn met vier montagebeugels op de twee hulplatten. Zie ook de bijgeleverde inbouwinstructies.
8. De waterkerende manchet BFX
Plaats vervolgens de waterkerende manchet, type BFX, en laat deze onder de onderste panlat doorlopen. Daarna wordt de
manchet op het frame vastgeniet en tevens op de tengels en panlatten.
9. Gootstukken
Plaats het onderste gootstuk. Druk de aluminiumslab met de hand voorzichtig aan. Daarna plaatst u de zij- en
boven gootstukken. Denk aan het vastzetten van de gootstukken. Leg aan beide zijden de pannen weer op hun
plaats. Klop met een rubber hamer de aluminiumslab op de dakpannen en schroef de afdeklijsten op het dakvensterkozijn.
10. Draaiende gedeelte plaatsen
Plaats het draaiende gedeelte als volgt weer terug in het dakvensterkozijn:
11. Dampwerende folie BBX
Om een dampremmende aansluiting tussen het VELUX dakvenster en het dak aan de binnenzijde te verkrijgen, plaatst
u de VELUX dampwerende folie BBX. Plak de folie door middel van de meegeleverde tape rondom het kozijn aan de
binnenzijde van het dakbeschot. Indien u echter een VELUX
interieurafwerking (LSB) toepast, dan zult u
automatisch de VELUX dampwerende folie BBX in de verpakking aantreffen.
Hoewel bij het gereedmaken van deze montagetips de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd is of niet meer juist is. Volg te allen tijde de montagehandleiding die bij het dakraam wordt meegeleverd. Dakvenster.com is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze montagetips. Neem geen onnodig risico, indien u niet beschikt over de juiste gereedschappen en/of kennis, laat dit werk dan over aan een gecertificeerde VELUX montagepartner.